Zuivelcrisis in Rwanda: veel aanbod, weinig vraag

In Rwanda werken we samen met ruim 40.000 boerengezinnen die actief zijn in de zuivelsector. Ook hier komen de gevolgen van coronacrisis hard aan. De melkveehouders, en de coöperaties waarbij ze zijn aangesloten, verkopen hun producten vooral aan restaurants, supermarkten, hotels en overheidsinstellingen. Vanwege een (gedeeltelijke) sluiting is de vraag naar zuivelproducten gekelderd.

De IAKIB Cooperative is een van de coöperaties waar de negatieve effecten duidelijk zichtbaar zijn. Het inkomen is een jaar tijd met 40% gedaald. Niet alleen door een dalende vraag naar melk. Het langer koelen van grote hoeveelheden melk levert ook een capaciteitsprobleem op waardoor een deel van de melk verloren gaat. Naast de kernactiviteit van de coöperatie, het inzamelen en verkopen van melk, beschikt IAKIB over een kleinschalige maïsverwerkingseenheid. De eindproducten worden met name verkocht aan melkveeboeren uit de regio en de lokale gemeenschap.

Om te kunnen voldoen aan de groeiende vraag naar deze producten en om minder afhankelijk te zijn van de zuiveltak, gaat IAKIB de productiecapaciteit van de bestaande maïsverwerkingsfabriek uitbreiden. Daarnaast levert het verwerkte maïs product meer marge op, waardoor de coöperatie in staat zal zijn om de boeren een hogere melkprijs per liter te betalen.

HET VERLIES VAN NICODEME HITIMANA

Nicodeme Hitimana is melkveehouder en aangesloten bij de IAKIB-coöperatie. In juni 2019 ontving de 38-jarige boer zijn eerste melkkoe. Om wat extra geld te verdienen is hij een tweede onderneming gestart; het ophalen van melk bij de boeren thuis en het tegen een kleine vergoeding vervoeren naar het koelcentrum.

Met een lening van $600 kocht hij een stuk land voor het verbouwen van veevoer, een fiets en twee melkbussen. Het was een winstgevende ondernemning. Normaliter haalt hij maandelijks zo’n 3.600 liter melk op bij de 22 boeren van de IZIWACU-boerengroep. Door corona is dat nog maar 600 liter per maand.

Nicodeme Rwanda

“De coronacrisis heeft mijn melktransportbedrijfje enorm geraakt. Ik kon mijn gezin goed onderhouden van het inkomen en tegelijkertijd de lening afbetalen. Ik ben bang dat als de pandemie lang aanhoudt, ik de aflossing niet meer kan betalen en uiteindelijk mijn land moet verkopen omdat het als onderpand dient”.’ zegt Nicodeme.